„Luisa"
gleed bij maanlicht
te water
Wisselend bewolkt met buien, zo luidde de voor
spelling van De Bilt. De eerste gasten, die op
3 november naar de werf van Verschure kwa
men voor de tewaterlating van de sleephopper
zuiger ,,Luisa", werden dan ook prompt getrac-
teerd op een fikse hoeveelheid hemelwater. Tij
dens de eigenlijke doopplechtigheid zorgde een
langdurige opklaring er echter voor dat de para
plu's opgerold konden blijven. Het late tijdstip
van de tewaterlating ongeveer half zes
gaf aan het geheel een romantisch aspect door
het licht van een scherp getekende, wassende
maan.
Nadat de doopvrouw, mevrouw M. L. D'Aloja
Fontanelli, de echtgenote van de Consul van
Panama in Rome, de telegraaf had overgehaald
en de fles champagne met een droge klap tegen
de boeg uit elkaar was gespat, gleed het schip
omlaag. Zonder één ogenblik te aarzelen en met
een vlotheid als wilde ze zich zo gauw mogelijk
voegen bij haar zusterschip, de „Yolanda", die
eerder dit jaar werd afgeleverd aan dezelfde Pa
namese opdrachtgever. Sleepboten vingen de
Luisa" op en onder de twinkelende lichtjes op
het IJ liet ze zich gewillig naar de afbouwkade
leiden.
Evenals de Yolandais de Luisa" een zee
waardig baggervaartuig. Wij kunnen zelfs spre
ken van een identieke tweeling. Beiden hebben
de opvallende bovenbouw met de brug op vier
poten; beiden hebben een hopperinhoud van
3150 m3 en twee zuigbuizen van 900 mm dia
meter.
In de werfcantine, die door de genodigden, ge
zien de frisse buitentemperatuur, weer met
graagte werd opgezocht, nam directeur P. Ver
schure het woord. Hij ging nader in op de capa
citeiten van de zusterschepen, die mede door hun
vaarsnelheid van 14,5 knopen in staat zijn om
een flinke portie werk te verzetten.
Vervolgens dankte hij in het bijzonder mevrouw
D'Aloja Fontanelli voor de bereidwilligheid de
tewaterlating te willen verrichten.
Een geschenk onderstreepte deze woorden.
De „Luisa" zal in het voorjaar van 1966 aan
haar eigenaars worden overgedragen.