DEN H AAG - HOL LAN!" Onze baggerbazen de heren Mes en Honders, nestelen zich achter de apparatuur in de bedie ningserker midscheeps op de brug. Soepel en ge ruisloos verheffen de 600 mm dikke buizen zich uit de stoelen. Dan zwenken de bokken opzij. De zuigkoppen verdwijnen gorgelend onder water. Op de beide zuigbuis-standaanwijzers zakken de rode modelbuizen gehoorzaam mee. De bagger proef is begonnen. Aan het dek en vanaf de brug kijken vele ogen met gespannen aandacht hoe de hopper zich vult. Dan worden de twee zuigbui- zen weer rustig binnengehaald. "Hardstikke mooi ding", zegt Honders tevre den. Prestaties meten Enkele nukkige kleppen zijn er de oorzaak van, dat wij wat op het tijdschema achterraken. Wie het zich kan veroorloven koestert zich even aan dek in de zon, die als een plezierige verrassing is doorgekomen. Verstaan kunnen wij het niet, maar wij begrijpen dat de Russen met belang stelling de gedragingen volgen van een kuilvis- ser, die, begeleid door talloze krijsende meeuwen, in grote cirkels om de Narvski heen vaart. In de machinekamer en de generatorruimte wor den met aandacht de vele meters gevolgd en re gelmatig worden de standen ervan op lijsten inge vuld. Niet alleen de Russen, maar ook de Hol landers willen graag weten of motoren en gene ratoren de verwachte prestaties leveren. Rond het middaguur worden stuur- en manoeu- vreerproeven genomen. Voor degenen, die net aan de lunch zitten is dit merkbaar doordat er meer beweging in het schip zit dan anders, ter wijl zo nu en dan de horizon in snelle vaart voor bij de patrijspoorten schuift. Hoewel het er naar uitziet dat de mist weer komt opzetten, wordt besloten over te gaan tot het meten van de snelheid. Dit gebeurt op een spe ciaal daarvoor bestemd traject bij Texel. Volle kracht vooruit. De aanloop wordt genomen. Zo wel benedendeks als op de brug stelt men zich op met chronometers in de hand. De eerste ba kens op het Texelse strand komen in zicht. "Op gepast!... Ja!". Meteen rinkelt de telegraaf als teken voor de mannen beneden. Er heerst duide lijk een zekere spanning. Men tuurt naar het tweede paar bakens. "Opgepast!... Stop!" Weer rinkelt de telegraaf. De chronometers worden geraadpleegd. Twee minuten en vierentwintig seconden. Dat betekent 12.4 knopen, met het tij mee. Als vereiste snelheid is ruim 11 knopen opgegeven. De Narvski maakt een grote bocht en begint aan de tweede run. In totaal worden vier runs gemaakt. Bij de laatste run zit het tij tegen, maar het eindresultaat is in alle opzichten gunstig. Baggeren in de mist Niet alleen door de invallende duisternis, maar ook door de opkomende mist wordt het zicht snel slechter. Al vrij spoedig kan alleen nog het ra daroog zien wat er zich rondom het schip af speelt. Men besluit nog een baggerproef te nemen. Op de brug heerst een geheimzinnige sfeer. In het halfduister gloeien op de verschillende bedie ningstableaus de groene en rode lampjes, een zwak schijnsel verlicht het kompas en het radar scherm straalt groen uit. Het hopperdek straalt in een zee van licht. Daarbuiten is alleen maar dichte, vochtige en koude mist. De weersomstan digheden zijn overigens niet van invloed op de baggerproef. De hopper wordt in recordtijd vol gezogen. Zoals uit het begin van dit verhaal is gebleken, kwam er een onverwacht einde aan de tweede dag van de beproevingen met de Narvski. Hoe wel niet alles van een leien dakje liep, mag toch worden gezegd, dat de proefvaart van de sleep- zuiger, die enkele dagen duurde, een prachtig resultaat opleverde. Kapitein Poltavski heeft intussen het ziekenhuis verlaten en is met zijn Russische bemanning weer scheep gegaan op "zijn" sleepzuiger om het nieuwe schip te leren kennen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1966 | | pagina 4