reeks, en een bewijs van de zeer goede relaties die er tussen de H.A.M. en L.S.Z. bestaan. Men kent elkaar al vanaf de oprichting van de H.A.M., omstreeks 1910. Het jaar daarop werd de hopperzuiger H.A.M.-2, met een inhoud van 650 m3 gebouwd. Tussen dit schip en het nieuwe vlaggeschip met zijn zevenvoudige hopperinhoud ligt een tijdperk van nauwe samenwerking, waar bij ir. P. C. S. van Hattem in de vaak stormachti ge ontwikkeling bij de bouw van sleephopper zuigers, steeds met zijn tijd is meegegaan. Daar bij bleef hij ten aanzien van nieuwe ideeën en technische vindingen wel kritisch gestemd, om zich persoonlijk te overtuigen dat het nieuwe goed was. Kort na de oorlog werd de hopperzui ger HAM-301 als proef verbouwd tot sleepzui- ger. De geslaagde proef leidde tot de bouw van de sleepzuiger HAM-302, met een buninhoud van 1500 m3. Deze werd als een groot schip beschouwd. En dan hebben wij nu, als de HAM-307, de "P. C. S. van Hattem", die zevenmaal groter is en... vijftig maal duurder dan de eerste hopperzuiger, de HAM-2! Dit laatste is mede het gevolg van het "verzanden" van de gulden, vindt ir. Den Hartog. Hij dankt vervolgens direktie, staf en personeel van de HAM, Bureau Veritas en Scheepvaart Inspectie voor de verleende mede werking en laat ook de eigen mensen inclusief die van Smit-Bolnes, Zierikzee in deze dank de len. Het is gebruikelijk dat arbeid wordt beloond, zegt ir. Den Hartog en daarom wil hij graag me vrouw Beyen iets aanbieden uit waardering voor de manier, waarop zij zich van haar taak als doopvrouwe heeft gekweten. Daarop overhan digt hij haar een fraai herinneringsgeschenk. De glazen worden vervolgens geheven en er wordt een dronk uitgebracht op het nieuwe schip, op de mensen die er op zullen werken en op de HAM. Belangrijke gebeurtenis Ir. L. E. Nobel, directeur van de H.A.M., merkt op, dat het vandaag voor de maatschappij een belangrijke dag is. Niet alleen omdat er een nieuw schip tewater is gelaten, maar vooral omdat het gaat om het vlaggeschip, een schip dat veel gro ter is dan de andere schepen die de H.A.M. heeft. Het verheugt hem, dat ir. Van Hattem ermee akkoord is gegaan ditmaal van de nummering af te stappen en het schip naar hem te laten noe men. Immers, ir. Van Hattem is de nestor van het bedrijf en stelt als adviseur ook nu nog zijn grote ervaring ten dienste van de maatschap pij. Ir. Nobel bedankt mevrouw Beyen voor de zwier en de bekwaamheid waarmee zij een voor haar toch ongewone handeling verrichtte. Woorden van waardering richt hij tot ir. Den Hartog en daarmee tot allen die aan de bouw van het schip hebben meegewerkt. Cantecleer de haan Niet de doopvrouwe, maar haar echtgenoot, mr. J. W. Beyen, president-commissaris van de H.A.M., neemt nu plaats achter de microfoon. Hij spreekt namens zijn vrouw en wij moeten zeggen, dat heeft zij geweten! Vriendelijk pla gend vertelt hij namelijk, dat, net zoals Cante cleer, de haan, meende dat de zon opging, omdat hij kraaide, zijn vrouw dacht dat het schip van de helling gleed omdat zij de fles champagne tegen de boeg had stuk gegooid. En deze ge dachte had haar zeer tevreden gestemd! Nu willen wij er meteen bij zeggen, dat mevrouw Beyen afkomstig is uit Oostenrijk, een land, dat niet door water, maar door bergen wordt om sloten en dat dit haar eerste tewaterlating was. Voor haar is het vandaag dus in meer dan één opzicht een belangrijke dag. 32

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1966 | | pagina 4