TACHTIGJARIGE OORLOG Vervolg van pagina 71 lb" 72 Pas 's middags na vieren werd het wat rustiger op het schip. Je zag alleen nog een schoonmaker voor een laatste karwei, en een schilder die de laatste streken verf aanbracht. Alle gereedschappen, werktuigen en afvalmaterialen waren al van boord gehaald. Een enkele pot verf bleef vergeten in een hoek staan, als een herinnering aan de noeste vlijt. Toen kwamen de uitbrengbemanning, de loods en de marechaussée aan boord. Een bankwerker kwam nog gauw even zijn "vetloods-sloffen" halen. Nadat de papieren waren bekeken, verliet de marechaussée-beambte het schip en niets stond er meer in de weg voor het vertrek. "Ja Dirk, hijsen maar!"De sleepboten sloegen vooruit en hingen al gauw in de trossen. Ze sleepten de Free Enterprise lil naar het midden van de rivier, terwijl alles gehuld werd in de zwoele, nevelige grauwheid van een onweersbui, die op het punt stond los te barsten. Om half zeven verdween het schip langzaam uit het gezicht; de reeds ontstoken schoorsteen-verlichting en de grote gele neonletters met de naam Townsend waren nog lang te zien. De overtocht naar Dover verliep vlot, zodat donderdag 21 juli de officiële over dracht tot ieders genoegen plaats vond. 't Is echt reisseizoen. Sla de krant maar op en je vindt bladzijden vol met adver tenties: reizen naar Duitsland en Frankrijk, naar Griekenland en Italië, naar Egypte en Spanje en nog veel meer. Met of zonder pension: met of zonder excursies. Dat laatste heet dan: de uitstapjes kunt U met de reisleider regelen, doch zijn niet in de reissom begrepen. Als je dat allemaal leest, gaan je gedachten onwillekeurig terug naar reizen, die je vroeger gemaakt hebt. Zo dacht ik weer aan een reis naar Spanje; geen vakantie reis, maar een "dienstreis" voor het aanwerven van Spaanse arbeiders, ledereen kent deze collega's, die ons hier met de produktie helpen. Beste, brave mensen overigens, die Spanjaarden. Vroeger hebben de Nederlanders daar wel eens anders over gedacht. Tachtig jaar hebben we tegen ze gevochten. De naam Alva vervult nog ieder schoolkind met afkeer; Alva, de man ook van de tiende penning! Wij ouderen denken over de penning wel wat anders en zouden het helemaal niet erg vinden, als de Minister van Financiën het voorbeeld van Alva zou volgen en de belastingen tot 10% zou beperken. Alva en de tachtigjarige oorlog. Daar hadden we (de Nederlandse wervingscommis sie) het over met laten we maar zeggen de directeur van het Spaanse arbeids bureau. Ja, de naam Alva kwam hem wel bekend voor, maar van tachtig jaar oorlog wist hij niets. En wij maar volhouden: echt waar hoor, de Nederlanders hebben tachtig jaar tegen de Spanjaarden gevochten. Daar begreep de man niets van. Er werd een andere Spanjaard bij gehaald. Weet jij er iets van, dat de Nederlanders tachtig jaar tegen de Spanjaarden hebben ge vochten". "Nee, een oorlog, die tachtig jaar geduurd heeft?" Nee, onbekend... of ja, wacht eens even. Ik herinner me, dat ik op school wel eens iets geleerd heb over langdurige grensincidenten, die er in de Spaanse Nederlanden zijn geweest. Be doelen de heren dat?" En dan sta je daar met je op school zo uitvoerig behandelde tachtigjarige oorlog! Wat blijft er van over? Grensincidenten; niet meer. Je ziet: alles is betrekkelijk en het ligt er maar aan van welke kant je 't bekijkt. Voor wie dit jaar nog naar Spanje mocht gaan: Begin er maar niet over de tachtig jarige oorlog, want ze weten er daar geen blvan! M. Wink, oud-redacteur

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1966 | | pagina 4