EMMERMOLEN „NAMUR"
TEWATER GELATEN
Sliedrecht, 27 september 1966. Twee driftig heen
en weer varende bootjes van Rijkswaterstaat
leggen om vier uur 's middags het verkeer stil
op dat deel van de Merwede, waar de bij De
KLOP in aanbouw zijnde emmermolen Namur te-
water zal gaan. Drie vlaggen, het Belgische rood
geel-zwart, het Nederlandse rood-wit-blauw en
het blauw-wit van I.H.C. Holland, geven fleur
aan het rood-bruine casco op de helling.
De mannen die de stoppings zullen wegslaan nemen hun plaatsen in. Andere klop
pers leggen het werk neer om een kijkje te nemen.
Ook vrouwen en kinderen zoeken een goed plaatsje. De genodigden, waaronder
directieleden van de opdrachtgever, de firma Ackermans Van Haaren met hun
dames en de burgemeester van Sliedrecht met zijn echtgenote, beklimmen het ere
podium.
De klap waarmee de fles tegen de molen kapot slaat, gaat welhaast direct verloren
in het dreunende geluid, waarmee de eerste stoppings worden weggeslagen. De doop-
vrouwe, mevrouw L. J. de Heem, echtgenote van de president-directeur van de firma
Ackermans Van Haaren, leunt met de andere gasten, met belangstelling kijkend over
de rand van het podium. De spanning die bij een tewaterlating hoort neemt bezit van
allen. Er is ook iets voelbaar van het wedstrijdelement: wiet ziet 'm het eerst gaan
glijden.
Het "daar gaat hij!" klinkt uit vele monden tegelijk. Een fluitconcert vergezelt de
Namur, die keurig op zijn twee sleden het water in glijdt. Drie sleepboten schieten
toe om hun "prooi" op te vangen en naar de afbouwkade te leiden.
Op de werf wordt het "gewone werk" hervat. Maar het is juist dit gewone werk,
deze dagelijkse inspanning van zeer velen, die via een groot aantal tekeningen vorm
geeft aan secties en onderdelen. Uit dit alles ontstaat dan een schip, "voor ons
een levend wezen", zoals ir. Bax in zijn toespraak in de kantine opmerkte. "Een te
waterlating is voor ons een belangrijke gebeurtenis, en ondanks het feit dat de
techniek zover is, dat men geneigd is te denken "het gaat allemaal wel goed", slaken
wij telkens weer een zucht van verlichting als het allemaal goed is gegaan". Ir. Bax
dankte mevrouw De Heem voor haar bereidwilligheid de doop te verrichten en bood
haar als herinnering een geschenk aan.
De diesel-elektrische emmermolen Namur krijgt
een emmerinhoud van 850 liter en zal zowel ge
schikt zijn voor het werken in de tropen, als bij
lage temperaturen.
De baggerdiepte bedraagt maximaal 30 meter.
De Namur zal aan het eind van dit jaar gereed
zijn voor de beproevingen en de overdracht.
88