O
Meester Tilstra van de vijfde klas van de Jan van
Nassauschool in Nieuwendam heeft het wél ge
weten. Er viel weinig met zijn lieve kinderen te
beginnen de ochtend van de dag dat ze 's mid
dags de gasten mochten zijn van Verschure.
De bedrijfsopleiding nam de klas onderzijn hoede
en met een praatje, een diavertoning en een rond
leiding werd de kinderen een indruk gegeven wat
er allemaal op zo'n werf omgaat. Voor een en
kele was het niet helemaal nieuw, want pappie
werkt er. Hoogtepunt van hun bezoek was de
tewaterlating van het ponton voor de graanele
vator, die door Verschure voor de Internationale
Graanoverslag Maatschappij Amsterdam N.V.
(IGMA) wordt gebouwd.
Met vol-verwachting-klopt-ons-hart gezichten
stonden de kinderen naast de helling, nog vóór
de andere gasten op het erepodium waren gear
riveerd.
Eén vroeg zich luidkeels af of straks het Wilhelmus gezongen moest worden. Po
seren voor de fotograaf was een welkome afleiding voor het lange wachten. Zo
vrolijk en opgewekt als deze kinderen waren, zo triest stond de 8-jarige Leila Schok
ker bij het podium. Het zal je ook gebeuren: uitverkoren zijn om de rol van bloemen
meisje te vervullen en dan door een misverstand te laat op de werf aankomen.
Toch kwam alles nog goed. Leila mocht nu op het podium het boeket aan de doop-
vrouwe aanbieden.
Er waren nog meer bijzondere gasten. Het merendeel van de tachtig personeels
leden van de IGMA had de uitnodiging van hun directie aanvaard om de feestelijke
gebeurtenis bij te wonen. Om half vijf had men het overslagbedrijf aan de Coenhaven
gesloten en was men in de bussen gestapt. De portier bleef eenzaam achter.
Als gastheren voor het IGMA-personeel traden op leden van de Ondernemingsraad
van Verschure.
"Jongens, opletten, zo dadelijk valt de fles". Een gejuich klonk op toen de fles "lekker"
tegen het zware ponton stuk spatte. Meteen daarop begon het ponton te glijden. Op
gewonden holden de kinderen mee naar voren. De "sterke arm" moest hen er van
weerhouden in puur enthousiasme méé in het water terecht te komen.
Meester Tilstra slaagde erin zijn "schaapjes" weer bij elkaar te krijgen. "Een mieterse
dag", vond een van de jongens dit bezoek.
Geschiedenis
In de ontvangstzaal verwelkomde de heer P. Verschure de genodigden, in het bijzon
der de doopvrouwe, Mevrouw J. Brouwer-Gjerstrup, echtgenote van Drs. H. J. W.
Brouwer, voorzitter van de Raad van Commissarissen van de IGMA. Het verheugde
hem dat mevrouw Brouwer de uitnodiging had willen aannemen om de doopplechtig
heid te verrichten. Want, het was immers geen mooi schip, maar een naamloos, zwart
ponton! Toch komt de rest, de 30 meter hoge opbouw, heus wel.
Na de traditionele overhandiging van het geschenk dat Mevrouw Brouwer meteen
op de revers van haar pakje speldde nam de directeur van de IGMA, de heer R.
Hoegen, plaats achter de microfoon. Hij ging uitvoerig in op de geschiedenis van het
overslagbedrijf. Het lossen van graan uit schepen ging vroeger uiteraard met de hand.
In 1901 werd voor dit doel een soort emmerketting in gebruik genomen en drie jaar
later vinden wij in de Rotterdamse haven de eerste drijvende graanelevator. Onder
de lossers brak prompt een staking uit.
Ondanks installaties op de wal heeft de drijvende elevator toch zeker niet afgedaan.
"Na ampele overwegingen besloot de IGMA een dergelijke elevator te bestellen, als
uitbreiding van de bestaande, vaste installaties bij de silo's in de Coenhaven". "Waar
om viel de keuze op Verschure?", zo zei de heer Hoegen. "Omdat dit bedrijf een grote
ervaring heeft in het bouwen van elevatoren. Wij hadden en hebben het volledige ver
trouwen in de technische mogelijkheden en dit vertrouwen is niet beschaamd gewor
den. De tewaterlating van het ponton b.v. is precies op de afgesproken tijd gebeurd."
De heer Hoegen dankte alle Verschure-mensen voor hun aandeel in de bouw.
De mooiste
Mevrouw Brouwer nam ook nog even het woord. "Na de tewaterlating zei men tegen
mij, dit is helemaal geen schip, maar een ponton. Nou, ik geloof dat niet! Maar hoe
dan ook, het wordt vast de mooiste graanelevator in de Amsterdamse haven. En ik
voel me zeer vereerd, dat ik als doopvrouwe heb mogen optreden".
Voor de heer P. Verschure betekende deze tewaterlating van het ponton voor de
8e drijvende graanelevator na de oorlog de laatste in zijn functie van directeur
van Verschure, nu hij per 1 juni is benoemd tot lid van de raad van bestuur van
I.H.C. Holland. Voor de Verschure-mensen toch wel iets om even bij stil te staan.
44