■H
drag van DM 150 miljoen kwam beschikbaar voor de verdieping
van de vaargeul in de Jade-monding en bijbehorende voorzienin
gen zoals vuurtorens, radarinstallatie, etc., zodat straks ook de
zeer grote oliereuzen de losplaats van de "Nord West Oelleitung"
kunnen bereiken; eind 1968 de 150.000 tonners, in 1971 de
175.000 tonners.
Om dit te bereiken moet de vaargeul tussen Wilhelmshaven en de
Noordzee ter hoogte van het eiland Wongerooge op 18,80 m bij
hoog water worden gebracht.
Deze vaargeul is ongeveer 30 kilometer lang en 300 meter breed.
60 miljoen m3 baggeren
Geschat wordt dat voor het uitdiepen van de vaargeul in de Jade-
monding in de komende jaren in totaal meer dan 60 miljoen m3
met landaanwinning. Dit betekent, dat de opgebaggerde specie
buiten de vaargeul wordt gelost, o.a. op plaatsen, die op de zee
kaarten als "vuil" staan aangegeven. Hier zijn na de 2e wereld
oorlog grote hoeveelheden munitie gedeponeerd.
Stenen en munitie
Volgens de plannen moet het eerste jaar (1968) ruim 22 miljoen m3
worden gebaggerd. Het leeuwendeel van deze geweldige portie
zand nemen de sleepzuigers H.A.M. 308, P. C. S. van Hattem en
Antwerpen IV voor hun rekening. De sleepzuigers werken "buiten".
Bij slecht weer met name Wester- of Noordwester storm
wordt het werkterrein van de schepen zuidwaarts verplaatst.
Zoals gebruikelijk wordt dag en nacht, en ook gedurende de week
einden doorgewerkt, met uitzondering van een periode van 22 uur
elke week, die een sleepzuiger binnenkomt voor bunkeren, on
derhoud en zo nodig reparatie. Bovendien wordt dan een gedeelte
van de bemanning afgelost.
Er wordt hoofdzakelijk zand gebaggerd en ook klei, waarin zéér
«SS-
grond verzet zal moeten worden.
Er is een begin met dit grote werk gemaakt door "Mercator Bag-
gergesellschaft m.b.H." en "Nordsee Nassbagger- Und Tiefbau
G.m.b.H.". Men heeft de beschikking over een grote bagger-
vloot, bestaande uit de sleephopperzuigers H.A.M. 308,
Antwerpen IV en P. C. S. van Hattem, de emmermolens Namur,
Asie en RTG-2 (ex Beverwijk 2), de zelfvarende hoppers Simoun
en Sirocco, en de I.H.C. Omnibarges A.v.H 60 R.S. 1, A.v.H 60
R.S. 2 en A.v.H. 60 R.S. 3.
"Mercator" heeft de sleepzuigers in de strijd gebracht, "Nordsee"
het andere baggermaterieel. De sleepzuigers werken in het noor
delijke deel van de oliegeul, de emmermolens in het zuidelijke
deel. Dit is o.m. het gevolg van het feit, dat de grond in het zuidelij
ke deel van de vaarroute op vele plaatsen zó hard is, dat alleen met
emmermolens kan worden gewerkt.
Om financiële redenen wordt het baggerwerk niet gecombineerd
veel stenen zitten. Ook wordt er veel munitie opgezogen; in het
afgelopen jaar in totaal maar liefst twaalf ton! De "grote stukken"
blijven achter op het munitie rooster; worden "onder water" in een
kist bewaard, naderhand opgehaald en op speciale plaatsen ge
dumpt. Aan boord van de sleepzuigers bevindt zich daartoe een
munitiedeskundige. Waar men ook nog al eens last van onder
vindt, zijn scheeps- en vliegtuigwrakken.
Voor de sleepzuigers zijn enkele stortplaatsen aangewezen, die op
gemiddeld een kilometer of dertien van de zuigplaats liggen. Men
maakt bij het baggeren voornamelijk gebruik van Californische
sleepkoppen.
De P. C. S. van Hattem en de Antwerpen IV hebben al enkele
karweien achter de rug. Voor de sleepzuiger H.A.M. 308 betekent
het werken bij Wilhelmshaven de "maiden-trip".
Ploeteren in harde grond
De drie baggermolens Namur, Asie en RTG-2 hebben het in het
zuidelijk deel van de vaarroute hard te verduren. Keileem, dikwijls