vermengd met grote stenen (morenen), maken het baggeren hier
doorgaans niet eenvoudig.
De diepte moet op 15 meter worden gebracht, doch er wordt
tot op een iets grotere diepte gebaggerd om een geringe aan
slibbing op te vangen. De drie emmermolens graven in één trap.
De sneedikte is gering (tussen 0 en 2 meter) en er is veel kracht
nodig om de grond los te werken. De taaie massa blijft af en
toe in de stortgoten steken, zodat het waterkanon er aan te pas
moet komen. De Namur, Asie en RTG-2 moeten er op de "moei
lijke plaatsen" behoorlijk hard aan trekken! Ook door de emmer
molens wordt dag en nacht doorgewerkt. Bij de afvoer van de
specie naar de 3-9 km verder gelegen stortplaatsen wordt o.m.
gebruik gemaakt van de drie van een Schottel voortstuwingsinstal
latie voorziene I.H.C. Omnibarges. Deze splijtbakken tonen hier
1. Er wordt gewerkt aan een
nieuwe I.H.C.-film over em
mermolens en dus ging ook
de filmploeg naar Wilhelms
haven.
2. Het verzetten van de ankers.
3. Nog gedeeltelijk open gaat
de Omnibarge al weer varen
om de hopper schoon te
spoelen.
4. De "Namur" in actie.
5. De "P. C. S. van Hattem"
is een van de drie sleep-
zuigers op het grote karwei.
4
de grote betekenis van de speciale gladde wandvorm: het kleppen
van de zeer zware specie levert nauwelijks problemen op!
Bij het pendelen tussen bagger- en stortplaatsen spelen ook de
al enkele jaren oude, maar nog immer zeer goed bruikbare, zelf-
varende hoppers Simoun en Sirocco een belangrijke rol. De taak,
die de emmermolens het eerste jaar hebben te vervullen, omvat
het verwijderen van 5 miljoen m3. Een niet geringe opgave gezien
de hardheid van de grond. Men verwacht echter dat het zal lukken,
al wordt daarbij het uiterste gevraagd van het materieel èn het
vakmanschap van de baggerbazen.
Zo werkt een uitgebreide vloot van door ons gebouwde bagger-
vaartuigen aan de uitvoering van een enorm karwei: het maken
van een vaarweg naar West Duitsland's belangrijkste oliehaven
Wilhelmshaven voor de tankers-van-de-toekomst!