MET DE KLOPJEUGD OP STAP
MIJMERINGEN....
i.
In September zijn de jongens van onze leerscholen op bezoek geweest
bij General Motors Corporation te Antwerpen. Eén van de deelnemers
maakte van dit uitstapje een opstel dat we enigszins verkort hier weer
geven.
We vertrokken om half acht bij goed weer. Een uur later stonden
we aan de Belgische grens, waar we vlot passeerden.
Toen begon de narigheid. Er was een wegomlegging en daardoor
kwamen we op hele smalle en bovendien slechte weggetjes, zodat
het nog ruim een uur duurde, aleer we bij G.M. waren. Daar
werden we met koffie ontvangen en vervolgens door de fabriek
rondgeleid. We keken onze ogen uit naar de produktie van auto's
aan de lopende band. Bij elk onderdeel staan 2 a 3 mensen,
bijv. 2 man zetten de motor er in en daarna monteren 2 man de
ruiten. Elke minuut gaat er een nieuwe auto de fabriek uit en men
wil de produktie nog gaan verdubbelen.
Na deze interessante excursie hebben we in een Belgisch restau
rant van een koffietafel genoten. Tjonge, jonge, wat regende het
toen we hier uit de bus kwamen.
Na het eten keerden we terug naar Nederland en zijn we naar
Beekbergen gegaan, waar we een reuze lol gehad hebben, vooral
met de waterfietsen en de roeibootjes.
Toen zijn we naar Restaurant Engel gereden in Baarle-Nassau
voor het diner, 't Was allemaal heerlijk. Na het eten hebben we
goedkope sigaretten ingeslagen, zodanig dat we tot op de laatste
cent blut waren. We zijn toen maar naar huis gegaan, 't Was
een heerlijke dag en wij danken de directie en de leiders hiervoor
van harte.
Een deelnemer.
'k Zit wat stil te mijmeren
Heel rustig bij de haard,
En overzie dan achtenzestig
Dat bijna is verjaard.
'k Denk aan 't welvarend Nederland
Waar 't voedsel wordt verbrand,
Dat God liet groeien in Zijn tuin
Ook voor het arme land.
Ik denk ook aan dat arme land
Waar men nog honger lijdt,
Waar kinderen sterven op de straat
In ongelijke strijd.
Waar grote wijze mannen
En toch waanzinnig dom,
Een uitgehongerd mensenkind
Doden met een napalmbom.
Ik zit wat stil te mijmeren
Straks komt het grote feest,
We zitten allen om DE boom
En zingen blij van geest.
We zingen weer van vrede
Over de hele aard,
Dan denk ik bij mezelve
Wat is dat lied nog waard!
Kameraden in deez dagen
Van Kerstfeest en het oude jaar,
Als je in je eentje mijmert
Bij een glaasje en sigaar,
Zie je alles weer passeren
't Hele jaar trekt weer voorbij,
Maar gelijke rechten voor alle mensen
Waren er ook dit jaar niet bij!
Alleen op oudejaarsavond
Zijn alle mensen goed,
Men wenst elkaar het beste
Veel heil, geluk, voorspoed.
Men heft het glas, met rode wijn
Om met elkaar te "proosten",
Men eet en drinkt, er is genoeg
Maar denkt niet aan het Oosten.
Maar plotseling word ik opgeschrikt
Uit al m'n mijmeringen,
En hoor ik door de radio
De mensen vrolijk zingen.
Ik zie een schaal, een oliebol.
'k Hoor feestelijke fanfaren,
En ook de glazen zijn gevuld
Zoals al'andere jaren.
Men reikt elkaar de vriendenhand
Men drinkt weer saam een glas,
Wij loven weer de vriendschapsband
Alsof 't nooit anders was.
Want ook op deze ouw'jaarsavond
Zit de mens van goedheid vol,
Ook ik doe mee en zeg dan prosit
Mens, neem nog een oliebol.
Ik wens je dus het allerbeste
Want m'n liedje is weer klaar,
Na 'n vrolijk Kerstfeest, zalig einde
Op d'laatste avond van het jaar.
Laat ons samen dan maar klinken
Op 't welzijn van de I.H.C.,
Dat zij maar veel werk mag vinden
Is de wens van
Gédégé.