"Banc d'Eclat", te mijden. Eens, heel lang geleden stak deze "banc" boven water uit, aldus blijkt uit oude kaarten. Het is een restant van de rotskust, die zich ten noorden van Le Havre mani festeert in de Cap de la Hève, die steil uit het water oprijst. Deze kaap domineert de omgeving en heeft daarom in het verleden schilders als Boudin, Monet en Dufy geïnspireerd. In 1808 publiceerde Ingenieur Jean-Baptiste de Gaulle familie van de huidige Franse President! het gedurfde plan om de "Banc d'Eclat", waarop bij eb maar een paar meter water stond, af te dammen en droog te leggen. Hier zou een twee kilometer lange dijk van geweldige afmetingen voor nodig zijn, een dijk aan de voet 14 meter breed, aan de kruin 5 a 6 meter breed. Bij dit kunstmatige eiland zouden dan schepen kunnen aanleggen, die door hun diepgang niet Le Havre konden binnenlopen. Verder dan papier en tekenplank kwam het plan niet, ook al vanwege de hoge kosten. Nu, ruim anderhalve eeuw later, wordt er wéér gedacht aan een kunstmatig eiland, voor de allergrootste schepen. Voor dit eiland is al een plaats uitgezocht, ongeveer 25 kilometer uit de kust. Als er geld voor is! De "Banc d'Eclat" lag met z'n zuidpunt precies in de nieuw te maken vaarroute. Dus moest er een stuk van worden weggebag- gerd, een karwei, dat bij voorbaat al "de schrik van de aannemers- wereld" werd genoemd. De Sanderus verrichtte deze krachttoer. In zes maanden werd een laag van maar liefst 10 meter van de "Banc" afgehaald. Vooral op het smalste gedeelte 300 meter d.w.z. 3x de lengte van de Sanderus was het geen eenvoudige taak. Het werken werd bovendien bemoeilijkt door het grote verschil tussen eb en vloed, dat bij Le Havre 4 tot 7 meter be draagt. Het stenenspul, waaruit de "banc" bestond, zoog goed, dat wel. Maar de slijtage aan zuigkoppen, pijpen en pompen was eveneens goed, dat óók wel!... Het verwijderen van een stuk van de "Banc d'Eclat" was een grote prestatie, die het uiterste vergde, niet alleen van het schip, maar vooral ook van de vakbekwaamheid van de bemanning. Dag en nacht Tijdens het bezoek van onze verslaggever was de Sanderus bezig zijn baantjes te trekken aan de zuidkant van de vaargeul, vlak bij de havenmond. Een nogal eentonig karwei: trek halen, pijpen lichten, rechtsomkeert maken, pijpen zakken, trek halen, pijpen lichten, rechtsomkeert maken, pijpen zakken, trek halen, enz., enz. Tot de hopper vol is. Dan 20 minuten varen naar het stort. Kleppen open; in enkele minuten is het beun leeg. Terug naar de zuigplaats. Dag in, dag uit, nacht in, nacht uit. De avond valt en in Le Havre beginnen de lichtjes te branden in een bonte mengelmoes. Naarmate het later wordt verandert het beeld tot uiteindelijk alleen de rechte lampenrijtjes van de straat verlichting overblijven. De radio spuwt af en toe hef vakjargon van een kort gesprek tussen schip en wal. Een enkel schip glijdt geluidloos voorbij, een met lichtjes bespikkeld silhouet. Op de brug is het soms lang stil. Af en toe fluit iemand een wijsje. Of vlamt ineens een discussie op. Over vrije dagen, geld, beleve nissen... Slaapt het werkende schip verder? Nee, plots schittert een vonkenregen als vuurwerk op het achterschip. Nóg is er las werk te doen. Veel slijtage Hét grote probleem bij dit baggerwerk is de slijtage, veroorzaakt door scherp grind, steentjes en keien. Elke keer als na het zuigen de pijpen aan dek gaan, worden de (Californische) koppen nage keken en zonodig opgelast. Na ongeveer 300 uur zuigen valt er weinig meer "even" op te lassen en moet de kop een "grote" beurt" ondergaan. Voor het verwisselen van een kop heeft men de tijd tijdens het retourtje naar de stortplaats. In deze drie kwar tier heerst er hoogspanning op het achterdek. De dekkraan on misbaar instrument op moderne sleepzuigers maakt vast aan de kop. Bouten worden losgedraaid. Met de hardnekkige géén pardon! De snijbrander er op! Eenmaal los legt men de kop 'op z'n rug" aan dek. Een nieuwe prooi voor de lasequipe. Zeven man sterk is deze ploeg en ze moet heel wat werk verzetten. Niet alleen aan de koppen, maar ook aan de leidingen. Is er een slijtageplek ontdekt, dan wordt er een schaal opgelast; krijgt de pijp een stalen "hansaplast". De meeuwen worden niet moe en blijven boven het kielzog mee vliegen. Om 10 uur komt de nieuwe ploeg op. En, er komt een kan verse koffie! Snel worden de laatste gegevens uitgewisseld en dan gaan de mannen, die er acht uur op hebben zitten, naar kooi. Slapen valt niet mee, want de stenenstroom, die de zuigmonden gulzig van de zeebodem opslurpt, rammelt met luid geweld door zuig- en persleidingen. Net een niet eindigende hagelbui op een zinken dak Zes uur in de morgen: wisseling van de ploegen. In de kombuis serveert de kok een vroeg ontbijt. Een eitje met spek gaat er best in. De nieuwe dag begint veelbelovend: het daagt in het oosten. Maar vergist u niet. "Je kunt op één dag de vier jaar getijden beleven", zegt men op de Sanderus. Inderdaad, na vóór ochtendzon né-ochtendregen. Foto 1 Vaargeul baggeren voor grote schepen. Foto 2 Fullspeed naar het stort. Foto 3 Groot is de slijtage bij het werk in Le Havre. Deze Cali fornische sleepkop is toe aan een „grote beurt". Foto 4 Werk genoeg voor de lassers. Foto 5 Een oude I.H.C.-bekende, de „Pierre Henry Watier", baggert ook in Le Havre. Foto 6 Een grote portie werk in de haven van Le Havre wordt verzet door de cutterzuiger „Mascaret".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1969 | | pagina 6