OPENHARTIG GESPREK MET DE HEER P. HOUTING „Het personeel is niet alleen een kostenfactor. Het bestaat uit mensen die met z'n allen meewerken aan het bedrijf. En juist die mens interesseert me. Niet alleen om het werk dat hij verricht, maar ik stel er ook belang in wat hij in z'n vrije tijd doet en hoe zijn gezinsomstandigheden zijn." Dat zegt de heer P. Houting, die per 1 september als Hoofd Per soneelszaken bij I.H.C. Holland in dienst is gekomen en met wie wij voor de lezers van Het Zeskant een vraaggesprek hadden. Kunt U iets over Uw vorige werk vertellen? Zeker. Ik heb verreweg het grootste deel van m'n loopbaan bij de Koninklijke Shell Groep gewerkt. Eerst in de financiële hoek, maar ik kwam door m'n natuurlijke belangstelling ervoor toch al gauw bij het personeelswerk terecht. In Curagao was ik in 1941 één van de oprichters en later bestuurslid van de personeelsvereniging. In die dagen betekende het heel wat als je zoiets bij de Shell op touw zette. Een eigen vereniging voor het personeelNiet iedere baas keek mij er vriendelijk om aan. Later ging ik naar het Shell-kantoor in Londen, waar ik midden in het personeelswerk terecht kwam, en toen naar Indonesië, waar ik onder andere een pensioenfonds opzette. Datzelfde heb ik ook gedaan in Perzië, naast allerlei andere personeelszaken. Tenslotte kwam ik via Londen op het Haagse kantoor van de Koninklijke Shell Groep als personeelsadviseur van de directie. Wat gaat U bij ons doen? Tja, ik zou U m'n taakomschrijving kunnen laten zien, dat is een heel lange. Kort en eenvoudig gezegd, komt 't echter hierop neer, dat ik leiding ga geven aan personeelszaken en aan personeels- voorlichting en dat ik de raad van bestuur en de directies van de werkmaatschappijen op dit gebied zal adviseren. Natuurlijk kan ik hier niet binnenkomen en meteen zeggen hoe 't volgens mij allemaal wel moet. Ik wil me eerst grondig op de hoogte stellen van de omstandigheden. Het is daarom nodig, dat ik het bedrijf en de mensen die daarin werken, goed leer kennen. Ik zal alle bedrijven bezoeken en ik hoop daar vele prettige en nuttige gesprekken te hebben, niet alleen met de leiding en de leden van de Ondernemingsraden, maar graag ook met de mensen die in de fabriek of op de werf werken. Denkt U dat er veel veranderingen zullen komen op het gebied van het personeelsbeleid? Zoals overal elders zijn ook op dit terrein veel nieuwe en snelle ontwikkelingen aan de gang. We moeten meegaan met de ver anderingen die de tijd ons oplegt. Maar het moeten goede ver anderingen zijn en ze moeten op een verstandige wijze worden ingevoerd. Er is bijvoorbeeld hoe langer hoe meer een streven van de werknemers, maar ook bij vele werkgevers, om te komen tot bredere en meer zinvolle voorlichting. Dit is een zeer natuur lijke ontwikkeling, omdat de werknemers niet alleen op de hogere niveaus maar ook in bescheiden posities een veel grotere zelf bewustheid hebben gekregen en wensen te weten wat er omgaat, wat er gebeurt of niet gebeurt en waarom zó en waarom niet zó en hoe het allemaal in elkaar past. Ook sollicitanten willen vandaag de dag meer horen dan alleen maar wat voor werk zij krijgen en hoeveel zij gaan verdienen. Zij willen ook weten wat hun verdere mogelijkheden zijn, wat het bedrijf in de toekomst met hen van plan is. Wat ziet U ais belangrijkste taak van het personeelsbeleid? Je moet ervoor proberen te zorgen dat de mensen voldoening in hun werk hebben, dat ze zoveel mogelijk verantwoordelijkheid krijgen en dat het werk een uitdaging voor hen betekent. Een uit daging die ze aankunnen, dat wil zeggen: het werk mag niet te makkelijk zijn, maar zeker ook niet te moeilijk. Die voldoening die ik het eerst noemde, is natuurlijk wel erg belangrijk. Wie plezier heeft in z'n werk, is meestal thuis ook een gezellige vent en hij heeft dan 's avonds aan tafel wat te vertellen. Ik zie personeelszaken graag als een brug tussen de leiding en het personeel. Je moet zorgen dat er tweerichtingverkeer bestaat. Dat wil zeggen dat je als personeelsman ook wel eens bij de directeur naar binnen zult stappen met zaken die niet zo prettig voor hem zijn, maar die nu eenmaal voortspruiten uit een gerechtvaardigde wens van het personeel. Even over uzelf. Wat zijn uw hobby's? Mijn hobby is m'n gezin. Het klinkt misschien wat cliché-achtig, maar het is echt gemeend. Ik heb vijf kinderen, een zoon van elf en vier oudere dochters, waarvan er al twee getrouwd zijn. Dat laatste betekent niet dat we het thuis rustiger hebben gekregen, integendeel, we hebben al drie kleinkinderen mogen begroeten. En nu zult U zeggen: als m'n gezin m'n hobby is, waarom ga ik dan, nu ik gepensioneerd ben bij de Shell, toch weer werken? Wel, om U de waarheid te zeggen, voel ik me met m'n 54 jaar nog te jong, vooral ten opzichte van m'n elfjarige zoon, om al thuis te gaan zitten niksen. U blijft in Scheveningen wonen. Is dat geen bezwaar? Een bezwaar niet, maar het is wel even wennen. Bij de Shell zat ik drie minuten van m'n werk af, nu drie kwartier. Bovendien moet ik hier nog een kwartier eerder beginnen ook. Ik denk dan maar bij mezelf dat dit valt onder de „uitdaging" van m'n nieuwe werk, één van de drie belangrijkste punten die ik zoeven noemde. Wat de andere twee betreft: m'n „verantwoordelijkheid" zal ik naar beste kunnen proberen te dragen en de „voldoening" zal ik hier bij I.H.C. Holland zeker vinden. Daar ben ik geen ogenblik bang voor.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1969 | | pagina 3