OLIE! VERSCHURE DINER-DANSANT 1969 Op vrijdagavond, 12 december was het Apollo-Paviljoen weer het domein van de Verschure-jubilarissen en -gepensioneerden anno 1969. Zij hebben op uitnodiging van de directie met hun echtgenoten dit door stemming en sfeer welhaast tot familiefeest verheven jaarlijks terugkerend gebeuren, kunnen meevieren. Evenals bij voorgaande gelegenheden werkten ook nu de geno digden weer in alle opzichten en met kennelijk groot genoegen mede om dit feest te doen slagen. Eregasten waren ook nu weer de heer en mevrouw P. J. M. Ver- schure en mevrouw F. H. M. Verschure-Van Erven Dorens. Na een eetlust opwekkend aperitief werd het uitnodigende kaars licht van de diverse, met smaak gedekte, tafels opgezocht en nadat vervolgens ieder zijn of haar plaats aan deze versierde dis had ingenomen, sprak de heer Bax zijn gasten hartelijk toe. Hij uitte zijn waardering voor de trouw, die deze medewerkers aan het bedrijf betonen of betoond hebben. Ter bevordering van een goede spijsvertering verrichtten artiesten van naam, onder wie Johnny Kraaikamp en Herbert Joeks bij tussenpozen en bij toerbeurt hun zegenrijke arbeid, terwijl een huisorkest zorgde voor de toepasselijke muzikale omlijsting. Op deze wijze was het goed en gemakkelijk „innemen". De avond was dan ook veel te vlot verlopen. In een nachtelijk slotwoord wenste de heer Bax namens de di rectie en de echtgenoten allen een behouden thuiskomst. Bij het afscheidnemen overheersten voldoening en dankbaarheid. Aan het hoofd van deze tafel de heer W. Buis, geheel rechts de heer J. Buter, 50 jaar bij Verschure. In „De Bedrijfsjournalist", de uitgave van de Com missie Personeelsvoorlichting van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen, lazen wij het vol gende: Olie, olie en nog eens olie. Er wordt veel over ge schreven en nog meer over gepraat. Meer olie moe ten we hebben, want we moeten toch leven, steeds sneller en sneller. De raderen van het wereldme chanisme moeten draaien, als maar vlugger. Onze moderne samenleving zonder aardolie is eenvou dig niet meer denkbaar. Die aardolie, daar diep in de grond, is immers van ons? Zo denken wij er over, maar er zijn mensen die een andere gedach- tengang hebben. Ergens in Amerika, waar de dorst naar olie niet te lessen is, ontstond het volgende gedicht, waarvan de kinderlijk eenvoudige strek king veel stof tot denken geeft. Some folks claims dere ain't no Hell Like the Good Lord's Book do say; But all you people listen well, To what I preach this day. 'Cos brethren,I'am just going to show, To all dem foolish liars, Dat dere'll be hell here below, Just everlastin' fires. When the Good Lord made this By constantly rotatin' [world go round, He put some oil down in the ground To serve for lubricatin'. He put that oil deep in the ground, An' put an awful lot, So while dis world goes round and Its axis won't get hot. [round, Den rich folks came and dug a well, And found the Good Lord's store; Dey took dat oil away to sell, An' searched around for more. An' so dey've gone on day by day, Since the time they dug that well, Dey've took the Good Lord's oil away, An' dey sure will give us hell. 'Cos pretty soon dey'll have the lot, Dey show no moderation, An' den dis world will get red hot From lack of lubrication. An' so, dear folks, dis truth I tell, Dere soon must come a day, When on this earth dere sure be hell, When the oil's all took away. Wie smalend zegt; „er is geen hel", En dus Gods Woord negeert, Die lette op en luist're wel Naar wat mijn preek hem leert. Want, broeders, hier volgt het bewijs, Dat al die dwazen zwammen. Ik zeg u: 't aardse paradijs Wordt straks één zee van vlammen. Want toen de Heer de aardas schiep, Om d'aarde te roteren, Schiep hij daarbij meteen, heel diep, De olie voor het smeren. Die olie zat diep in de grond En niet zo'n heel klein beetje. En d'aardas draaide rustig rond, Dat liep gesmeerd zo, weet je. Totdat de mens die voorraad vond, Bij 't boren van een gat. En d'olie naar z'n klanten zond, Omdat er geld in zat. Sinds 't vinden van de eerste drop Is men maar blijven graaien. Gods olie is nu bijna op, Maar wij gaan naar de haaien. Die dag zal daar zijn eer men 't weet, Doof als men is voor lering: Straks wordt de aarde gloeiend heet, Door groot gebrek aan smering. Dus moet, o mensen, binnenkort Gebeuren wat 'k voorspel: Als de laatste oliebron verdort Dan wordt de aard' tot hel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1970 | | pagina 10