TEWATERLATING
KUNSTZINNIGE
DE ODPEX
STAND OP
ZONDER CHAMPAGNE
In tegenstelling tot de Baggerdivisie heeft de Produktgroep Off
shore weinig modellen van de door hen gebouwde produkten.
Dit komt ook doordat offshore ontwikkelingen vrij jong zijn.
Behalve fotopanelen en twee modellen, een S.B.M. en het boor
eiland lie de France, heeft de produktgroep Offshore naar andere
mogelijkheden gezocht om de aandacht te trekken van de be
zoekers aan de Odpex tentoonstelling.
Na verschillende mogelijkheden te hebben bekeken heeft men het
experiment gewaagd om de stand van I.H.C. te laten bouwen door
de artiest Frits Vogel, die bekend is door zijn werken, die uitge
voerd werden in kunsthars.
Het resultaat was, dat vele bezoekers hun bewondering voor de
gedurfde stand van I.H.C. niet onder stoelen of banken staken
en de Produktgroep Offshore complimenteerden met deze nieuwe
presentatie. Vanzelfsprekend hadden onze mensen dan ook ge
legenheid om de bezoekers op onze produkten te attenderen.
Helaas zijn wij niet in staat om de foto in kleur te laten drukken
om U een nog duidelijker beeld te geven van de fraaie I.H.C.
stand.
Vrijdag 12 december 1969. Het is kil en klam op de werf van
Verschure. In de luwte van het in aanbouw zijnde casco van de
sleepzuiger voor Uruguay ligt op de helling het 46,50 m lange
en 9,50 m brede ponton van één van de twee emmermolens, die
wij voor Italiaanse rekening bouwen. Géén vlaggen, géén bloemen,
géén fles. Toch ligt het ponton op de ingevette sleden, dus klaar
voor de tewaterlating. Géén naam op het ponton, alleen ons bouw-
nummer CO 777. Het was voor de opdrachtgever niet mogelijk
naar Nederland te komen en daarom wordt het een tewaterlating
zonder ceremonieel en zonder officiële gasten. Degenen, die er
wel bij zijn, of erbij moeten zijn, stampvoeten wat rond en duiken
zo diep mogelijk weg in de kragen van jassen en jacks.
Tegen twaalf uur maakt de boot van de Havendienst zich los
van de kant om verderop in de mist op het IJ ligplaats te kiezen.
Het sirene-signaal, dat het begin van de schafttijd aangeeft, is
deze middag tevens het sein voor de tewaterlating. ,,Ja jongens,
vooruit maar!", roept de heer J. Fictoor tegen de mannen, die
midscheeps onder het ponton zitten. „Los!". Er gebeurt echter
niets! „Vastgevroren!", roept iemand schertsend. Onderaan de
helling kabbelt het IJ(s)water. Durft het ponton het koude nat
niet in? Of wacht het tóch nog op de champagnedoop?
Vrijwilligers om de pomp van de vijzel te bedienen, zijn er direct.
Daar wordt je immers warm van! Tegen déze aandrang geven de
zoveel tonnen staal het op. Er komt beweging in en even later
glijdt het ponton kalmpjes te water. Géén gefluit en géén gejuich;
toch opgewekte gezichten dat het goed ging. Er worden handen
geschud en dan is dit evenement voorbij, deze tewaterlating zon
der champagne.
De emmermolens van het type „I.H.C. Stanbuck". Er worden
500 liter emmers op gemonteerd om te kunnen werken in zware,
rotsachtige grond, die tot op een diepte van 14 meter kan worden
opgeschept.
Op deze mistige winterdag denkt iedereen kleumend: „Als de
baggermolen klaar is, is het voorjaar