TIEN MILJOEN M3
De ontwikkeling van de provincie Noord Brabant is van tamelijk
recente datum. Eeuwen lang was het een achtergebleven gebied.
Sinds prehistorische tijden was het land een prooi van zee en
rivieren. Met wisselend succes streed de mens tegen het water.
Moeizaam verworven land moest weer worden prijsgegeven.
Zo sloeg op 18 november 1421 het noodlot toe. Dijken, waarachter
men zich veilig waande, bezweken. Zestien dorpen werden van de
kaart geveegd. Onnoemelijk velen verloren het leven. Als de
St. Elisabethsvloed kreeg de ramp een plaats in de geschiedenis
boekjes. De oorzaak moet gezocht worden in een ongelukkige
samenloop van omstandigheden: hoge waterstand in de rivier, een
stevige westerstorm, onoordeelkundig ontgraven van veenlagen.
Ook later sloeg het water nog enige malen z'n slag. Het laatst in
1953, toen de grote watersnood zuidwest Nederland blank zette.
Maar de zee nam niet alleen, de zee gaf ook. Door de eeuwen
heen werden zand en vooral klei afgezet. Waar de mens dan gauw
een dijk om legde Polder na polder werd zo op de erfvijand,
het water, gewonnen.
Late ontwikkeling
Ook op ander gebied heeft het de bewoners van het Brabantse
land lange tijd niet meegezeten. In de Tachtigjarige Oorlog was
Brabant een stootblok tussen de strijdende partijen. De vrede
van Munster van 1648 maakte Brabant tot een wingewest der
Zeven Provinciën. Tot het einde van de 18e eeuw ondervond men
de voogdij van het centrale bewind „boven de grote rivieren". De
politieke vrijmaking ging niet vlot; pas in 1815, onder Koning
Willem I, kreeg Brabant souverein provinciaal bestuur. De achter
stand op cultureel en maatschappelijk gebied kon toen pas worden
ingehaald. De roep van de Franse revolutie „vrijheid, gelijkheid en
broederschap" was intussen ook hier doorgedrongen. Snel ging
het niet. Naast het sobere boerenbestaan kwam de armoe van de
werkers in de eerste industrieën.
Eigenlijk pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de ontwikkeling
van Brabant goed op gang. De industriegolf overspoelde het boe
renland en maakte Noord Brabant tot de tweede industrieprovincie
van Nederland.
Vergroting werkgelegenheid
Het einde van de economische revolutie in deze provincie is nog
lang niet in zicht. Nieuwe plannen zullen b.v. het gezicht van de
streek tussen Klundert, Zevenbergen en Moerdijk ingrijpend ver
anderen. Nog is hier de ruimte van gecultiveerd kleiland met hel
dere lucht, breed water en door de wind gebogen populieren en
wilgen. Aan het einde van deze eeuw zullen enige tienduizenden
mensen er een boterham verdienen.