I
MOFIGIAT
(Bijdrage van de gepensioneerde
Het Zeskant).
..hofdichter" van
25 jaar „Het Zeskant"
Lieve mensen, wat een tijd
25 jaar heeft 't „Zeskant"
Alle nieuwtjes al verspreid
'k Denk terug aan al die jaren
Toen het nog een „blaadje" was
Aan Piet en Kees aan Jan de Klare
Aan de Redactie, die er was
Dikwijls lees ik nog die „blaadjes"
Dan komt mij alles voor de geest
Hoe 't in die 25 jaren
Toch wel prettig is geweest
Het „kijkje over buurman's schutting"
Weet U 't nog Ironicus
Waar zou hij toch zijn gebleven
Ben je ook al 65+
„Klop" en P.V. nieuws kon je lezen
Zelfs de burgelijke stand
„Personalia" weet U 't nog vrouwen
Jullie rubriek uit „Het Zeskant"
Aan van „Mieje" die z'n dochter
trouwt met de zoon van „Jaap de Krol"
Met al die fijne onderonsjes
Stond „Het Zeskant" altijd vol.
Maar nu na 25 jaren
Ben je machtig uitgegroeid
Ben je een prachtig blad geworden
Dat van A tot Z steeds boeit
Veel is er in die tijd veranderd
Maar jij groeide statig mee
„Het Zeskant" is nu de spreekbuis
van de machtige l.H.C.
Er is geen plekje op de wereld
Waar men baggert, zuigt of boort
't Is altijd weer l.H.C. en „Zeskant"
Wat men in andere landen hoort
Prachtig zijn de mooie foto's
Van het baggermateriaal
En de rubriek van de reus „Argus"
Geestig maar ook geniaal
Hooggeachte Redacteuren
Blijf zo voortgaan op dit pad
'k voorspel U nog 25 jaren
van het mooie „Zeskant" blad
Laat het steeds de spreekbuis blijven
't Orgaan van heel de l.H.C.
Van hoog tot laag voor alle werkers
Proficiatvan
GEDEGE
Zo is het ongeveer
Enkele gedachten over vandaag van mej. E. H. Strooband, telefoniste van het
l.H.C.-Hoofdkantoor
De l.H.C.-medewerkster die wellicht het meest
in het middelpunt van alle activiteiten zit, is de
telefoniste van het hoofdkantoor. Letterlijk zou
men kunnen zeggen: daar komen alle lijnen sa
men. We hebben haar echter niet alleen daar
om gevraagd wat voor Het Zeskant te vertellen.
In de eerste plaats wilden we haar wat over
„vandaag" vragen, omdat zij even oud of
liever gezegd even jong is als Het Zeskant.
Een zilveren jubilaris dus. Maar dan nu eens niet
een jubilaris met 25 dienstjaren.
Als je 25 jaar bent in 1971, dan sta je midden
in het leven. Je hebt nog alles van de jeugd en
toch... heb je de mensen al wat leren kennen en
weet je al wel zo'n beetje wat er in de wereld
omgaat.
WeT, de gelukkige bezitster van beide zaken
is mej. Els Strooband, telefoniste/receptioniste
van het l.H.C.-kantoor in Rotterdam.
Vanaf februari 1968 werkt ze daar. Daarvoor
was zij telefoniste bij de PTT, dus vertel haar
niets over de telefoon-verbindings-mogelijkhe-
den, want daar weet ze alles van.
„Voor ons kantoor gaat het Feyenoord-lied,
„Geen woorden maar daden" beslist niet op; de
daden vinden op de bedrijven plaats, maar de
woorden vallen op het hoofdkantoor. De telefoon
staat geen ogenblik stil. Het lijkt wel of vandaag
iedereen steeds weer met iedereen moet over
leggen.
Misschien komt het ook wel omdat telefoneren
vaak goedkoper en in ieder geval veel sneller
is dan brieven schrijven. Ook internationaal
neemt het aantal gesprekken meer en meer toe.
Daaruit kan je opmerken dat l.H.C. veel contac
ten heeft met het buitenland.
Vandaag doet l.H.C. zaken met bedrijven van
overal. Niet alleen België, maar ook Italië, Pa
kistan, Zweden, Amerika, Colombia, enfin noem
maar op.
Na drie jaar receptioniste herken je direct het
soort mensen dat binnen komt. Elke nationali
teit en elke functie in onze maatschappij heeft
zijn eigen manieren. Zelfs bij Nederlanders is
het niet moeilijk om de plaats van herkomst te
bepalen.
Veel telefoontjes komen er binnen van mensen
die in de l.H.C.-doolhof de weg zijn kwijtgeraakt.
Het is dan mijn taak ze wegwijs te maken; mees
tal loopt dat uit op verwijzen naar één van onze
bedrijven. Als telefoniste kom je duidelijk tot de
ontdekking dat de mensen elkaar veel nodig
hebben.
Vaak denkt de mens van vandaag dat hij zijn
eigen boontjes wel kan doppen maar hoe vaak
doet hij dat niet ten koste van anderen.
De wereld is keihard, heet het dan, en de men
sen zijn egoïsten, leder probeert zijn deel te krij
gen en liefst het grootste. Toch zou ik het liever
anders zien. Natuurlijk zal je vandaag hard moe
ten werken om wat te bereiken. Maar het grote
pluspunt is dat er vandaag inderdaad wat ge
bóden wordt. De kansen liggen er, je moet ze
soms met inspanning van veel krachten
zien te grijpen.
Een plezierige zaak van deze tijd, vind ik, is dat
de jongeren veel meer hebben te vertellen dan
vroeger. Er is inspraak enhet meest be
langrijke er wordt door de ouderen naar ge
luisterd. De jongeren hebben geweldig veel
mogelijkheden. Het is alleen de kunst om die
op de juiste wijze te benutten. Soms verprut
sen we het zelf weer.
Een van de belangrijkste problemen van deze
tijd zou ik willen aanduiden als „tot overeen
stemming komen". Zo vaak hoor je en zie je
dat mensen het niet met elkaar eens zijn, met
alle nare gevolgen daarvan.
Het probleem is dan dus het niet tot overeen
stemming kunnen (of willen) komen. Je komt het
overal tegen, overal waar mensen met elkaar te
maken hebben. En dat is vandaag toch overal
Naar mijn mening moeten door samenwerking en
overleg geven en nemen natuurlijk en
vooral door de bereidheid om het eens te willen
zijn, heel veel problemen van deze tijd tot een
oplossing kunnen komen".
11