sluizen van boord en vervolgens langs de kade
muur omhoog aan de wal. Eenmaal buiten de
pieren bleek er toch meer wind te staan dan was
verwacht. Noordelijk van de toegangsvaarweg
ging de buis overboord om de gasten het schip
als sleepzuiger te demonstreren. De zuigplaats
bleek niet ideaal en omdat het weer eerder
slechter dan beter werd, besloot men niet te
zuigen tot de hopper vol was. Toen begon de
lange tocht zuidwaarts, met wind en deining
schuin van voren. De lunch, door de meesten nog
in betrekkelijke rust genoten, werd velen te
machtig. De een na de ander knapte af
Het zag er naar uit, dat we ver na tijdschema
in Rotterdam zouden aankomen. Dat betekende:
eten voor iedereen waneer het rustige water van
de Nieuwe Waterwag zou zijn bereikt. Hulde
voor de heer Overweg en zijn mannen in de
keuken. Alle handen hadden ze nodig om de
inventaris op z'n plaats te houden. En toch gin
gen ze piepers jassen en vlees braden
Intussen was menigeen de lust vergaan om zelfs
maar aan eten te dénken
Hier en daar was aan dek duidelijk te zien, dat
niet iedereen tijdig de railing had gehaald. Dat
Onze medewerker K. Mes was drie plus vier dagen
baggerbaas op de „Draga D-7".
Ontmoeting buitengaats met de „Geopotes IX" en de
„Prins der Nederlanden".
leidde zelfs tot een ongeluk. Onze Duitse ver
tegenwoordiger, de heer Von Roehl, gleed uit
en brak zijn enkel.
Liggend op een brancard op de brug moesten
wij hem verder vervoeren.
Eindelijk dan toch: Hoek van Holland. De lading
werd gelost, waardoor het schip nóg meer te
keer ging. Er werd menige krachtterm geslaakt
toen wij door een misverstand nog een paar mijl
voor niets op en neer moesten pendelen tussen
twee loodsboten. Op een gegeven moment bleek
het niet meer nodig te zijn je met handen en vo-
ten schrap te zetten.
Wij waren binnen de pieren van de Hoek. In
rustig water. Hoewel het vele gerinkel en ge-
kinkel onderweg de indruk moet hebben gege
ven dat er geen glas en geen bord meer heel
was, verraste de keuken ons door, alsof er
niets gebeurd was, een borrel en een warme hap
voor te zetten. En óf dat er in ging. Ook bij die
genen die gedacht hadden nooit meer iets te
kunnen eten
Woensdag 2 december
Een nieuwe groep gasten kwam 's morgens
De jongens van Verschure effe op een plaatje bijeen.
vroeg aan boord. De Noordzee toonde een
vriendelijk gezicht en daarom kon zonder pro
blemen worden doorgevaren in de richting van
het Lichtschip Goeree. Hier mocht van Rijks
waterstaat voor de show gebaggerd worden.
Van boven tot onder, van voren tot achteren
werd de Draga D-7 bekeken. Wij mogen zeggen
dat de kennismaking goed verliep en dat dit
kleine, eenvoudige standaardprodukt belang
stelling en waardering ondervond.
In tegenstelling tot de vorige dag waren wij
weer vroeg thuis om onze plaats aan de Park
kade in te nemen.
Donderdag 3 december
Kapitein W. Hulshof van Wijsmuller, die ook zou
zorgen voor een goede overtocht van de sleep
zuiger naar Zuid-Amerika, moet zich deze dagen
een Kapitein op een vreemd soort rondvaart
boot hebben gevoeld. Elke dag weer met een
groep landrotten even het zeegat uit. Op deze
donderdag hadden wij voorname gasten: de heer
Pacheco, 1e Secretaris van de Ambassade van
Uruguay in ons land; de heer P. M. Batista, Con
sul van Uruguay in Rotterdam; vertegenwoor
digers van de Ministeries van Buitenlandse en
Economische Zaken; vertegenwoordigers van de
Nationale Investerings Bank, de Economische
Voorlichtingsdienst, de Nedeco en het C.B.B.,
En niet te vergeten onze relaties van kranten
en tijdschriften.
Gezien de weersomstandigheden werd toestem
ming gevraagd en gekregen om op de Water
weg te baggeren. Na een half uur werd de buis
weer binnengehaald en de specie gelost. Niet
zomaar, maar op de door Rijkswaterstaat aange
geven plaats.
Op veler verzoek werd besloten toch even de
neus buiten te steken. De reeds gedekte tafels
werden veiligheidshalve maar even opgeruimd...
Tussen de pieren brak de zon door de wolken
en zette het woelige water in een bijzonder licht.
De Consul van Uruguay in Rotterdam, de heer P. M. Batista, hijst de vlag van zijn land op de „Draga D-7".
19