Ook de aanvoer van de „casings" (stalen mantels om het instor
ten van het boorgat te voorkomen) geschiedt met speciale kra
nen vanuit de ruimen naar het voordek. Vandaar worden ze met
een gemotoriseerde wagen naar de boorvloer getransporteerd.
Dit laatste behandelingssysteem is evenals het verplaatsings
systeem van de B.O.P. (blow-out preventor) ontworpen door de
IHC Offshore Divisie. Op de boorvloer is een boormeestersca
bine geplaatst, die geheel gesloten en airconditioned is. De ca
bine is draaibaar opgesteld en geeft door de verwarmde ruiten
een goed overzicht op de boorvloer. Vanuit deze cabine kunnen
alle boorhandelingen rechtstreeks of door monitors gecontro
leerd worden. Dit geldt ook voor het dynamic positioning sy
steem.
Een tweetal deining-compensatie-systemen, die ook door de IHC
Offshore Divisie ontwikkeld zijn, zullen op en bij de boortoren
geplaatst worden. Deze systemen zorgen ervoor dat zowel de
boorstang als de riser op hun plaats blijven, ondanks de ver
ticale deining van het schip.
De twee dekkranen, 1 van 40 ton op het voorschip en 1 van 25
ton op het achterschip, zorgen ervoor dat het schip zelfstandig
kan laden en lossen.
De gehele energievoorziening is in het achterschip geplaatst.
Deze bestaat hoofdzakelijk uit 5 diesel generator sets van 3400
pk met bijbehorende schakelapparatuur, die de energie voor
het hele schip opwekken.
De elektrische centrale is geautomatiseerd en wordt bediend van
uit een controlekamer, die achter de hoofdmotoren is geplaatst.
Stabiliteit
Op het voorschip zijn de bemanningsverblijven gesitueerd, die
een comfortabele ruimte bieden aan 80 personen.
Teneinde de slingerhoeken van het schip zo klein mogelijk te
houden zijn een tweetal stabilisatie-systemen ingebouwd.
Allereerst is er het detuning tank systeem, dat uit twee 500 tons
ballast tanks bestaat, één op het achterschip en één op het
voorschip. Door deze tanks te vullen of te legen wordt het
zwaartepunt en dus de eigen frekwentie van het schip zodanig
geregeld, dat zij buiten de voorkomende golffrekwenties valt.
Bovendien is een passieve slingertank geplaatst van het vrije
oppervlak type.
De brandstof voor het schip wordt ondergebracht in de dub
bele bodem en in de zijtanks, die over de gehele hoogte en
lengte van het schip doorlopen. Deze zijtanks vormen als het
ware een dubbele huid, zodat de gevolgen van ongelukken bij
aanvaringen tot het minimum beperkt kunnen blijven. Om de
zelfde reden is ook een dubbele huidconstructie rondom het
boorgat aangebracht.
Op het achterschip boven de detuning tank is een helicopterdek
aangebracht met voorzieningen voor een later te installeren
brandstofopslag en vulsysteem voor helicopters.
Het boorschip zal begin 1972 aan de eigenaars worden overge
dragen.
Veel schip op deze foto, die medio juli vanuit een kraan bij IHC
Smit werd „geschoten".
Links de sieepzuiger Antwerpen IV (voor een reparatie in Kin
derdijk; in het midden de sieepzuiger Siete, en rechts aan
de nieuwe afbouwkade de sieepzuiger Pacifique, toen nét
terug van de technische proefvaart na een uitgebreide opknap
beurt. Daarvoor, met één spud omhoog, de cutterzuiger Maria
Carolina.
143