Tranquilduct - een anti-slingersysteem voor schepen. Hoewel geen nieuwtje, was er toch wel bijzonder veel belangstelling voor. Een klein hoekje was er ingeruimd voor model en illustra ties van een SBM. Ook deze olie-overslagboei trok de aandacht. Natuurlijk was de "sublieme" schroefaskokerafdichting even eens present. Tussen al het tentoongestelde - waaronder ook de maquette van het werfplan IHC Smit - bevonden zich de verschillende "praat hoekjes". Soms waren er zoveel klanten en relaties tegelijk, dat "tijdelijke inwoning" noodzakelijk was. Een staf van IHC-stersen IHC-ers zorgde voor koffie, informaties, drankjes, brochures, enz. enz. Een van hen ontpopte zich als volleerd standwerker bij het vertellen van het hoe en het waarom van het cutterhefeiland. De goudvisjes in de bak werden er bij tot haaien en walvissen "gepromoveerd". Vanwege de schaalverhoudingen, snapt u. Vooral in de avonduren waren er onder de bezoekers ook col lega's uit de IHC bedrijven, die een kijkje kwamen nemen. Toen zaterdagmiddag het eindsignaal had geklonken, kon - ietwat schor van al het praten! - worden geconstateerd, dat het over het geheel genomen erg druk was geweest. Er werden bijna 400 besprekingsrapporten opgemaakt. Omdat men veelal in groepjes kwam, betekent dat, dat er met zo'n 1000 bezoekers serieuze gesprekken zijn gevoerd. Daar naast zijn er ontelbare zo-maar praatjes geweest met belangstel lenden, jong en oud. Groepsbezoek was er van de deelnemers aan de International Course on Hydraulics in Delft, de Internatio nal Management Course, en van de Studiegroep afdeling Mijn bouw van de TH Delft. Na afloop van de tentoonstelling schreef de Handels- en Trans port Courant: "Europort '71 is over het algemeen zeer geslaagd". 4 Foto 7: Onvermoeibaar sjouwden zij met kopjes, glazen, flesjes en broodjes. En als ze dat niet deden, was er altijd nog wel een afwas Foto 8: Eén van de praathoekjes in vol bedrijf. Foto 9: Kijken mag, maar niet aankomen, hoor Foto 10: Zo, is dat nou zo'n SBM

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1971 | | pagina 5