De Minister van Economische Zaken, Mr. Drs. H. Langman, sprak
bij de opening van het nieuwe werfcomplex als volgt:
Het doet mij veel genoegen bij de officiële opening van dit nieuwe werf
complex van IHC Smit Kinderdijk aanwezig te kunnen zijn en een paar
woorden tot U te kunnen richten.
De Nederlandse scheepsbouw levert een niet onbelangrijke bijdrage aan
de nationale economie. Zij neemt, om één indicator daarvoor te noe
men, ruim 3°/o van de industriële jaaromzet voor haar rekening. Wil de
scheepsbouw deze niet onbelangrijke bijdrage echter kunnen blijven
leveren, dan is het noodzakelijk dat de meer ambachtelijke aanpak, die
mijns inziens nog te veel overheerst, zoveel mogelijk plaats maakt voor
een industriële werkwijze. Wanneer dan ook een werfcomplex gereed
komt dat een goed voorbeeld van deze werkwijze vormt, geeft dat reden
tot voldoening. Bovendien heeft een uitkering uit hoofde van de Delta-
schadewet een steentje bijgedragen tot de realisering van dit project.
Het verheugt mij dat deze uitkering een zo zinvolle besteding heeft ge
vonden.
Ik wil bij deze gelegenheid niet nalaten een stukje uit het in 1966 ver
schenen rapport van de Commisie Nederlandse Scheepsbouw te cite
ren. Daarin wordt namelijk t.a.v. IHC Holland ondermeer het volgende
gesteld:
Aangezien de rentabiliteit van deze groep bevredigend is, zij zich over
wegend op een speciaal terrein beweegt, zij juist een fusie achter de
rug heeft en nog in de overgangsfase naar de vorming van één onder
neming verkeert, onthouden wij ons van het doen van voorstellen, waar
bij deze groep betrokken zou zijn".
Ik meen dat U in velerlei opzicht de Nederlandse scheepsbouw een
voorbeeld gegeven hebt van een nieuwe benadering die in staat moet
stellen deze tak van bedrijf ook in een maatschappij met hoge lonen te
blijven uitoefenen.
De vennoten onder firma van de IHC hebben reeds vroeg het belang
van research ingezien en zij zijn erin geslaagd door zich in toenemende
mate op de bouw van baggermaterieei te concentreren, in die sector
de eerste plaats in de wereld te veroveren. U hebt daarbij in de na-oorlog-
se jaren een marketing apparaat van formaat opgebouwd. De steeds
verdergaande werkverdeling tussen de werven noodzaakte tot allerlei
ingewikkelde verrekeningen. Op het moment dat de vertrouwensman die
de verrekeningen vaststelde, met pensioen ging, hebt U zich gereali
seerd dat alleen een verdere stap, te weten een algehele fusie, tot een
verdere uitbouw zou kunnen leiden.
Niet uit economische nood, maar uit een juist aanvoelen van de eisen
van de toekomst hebt U besloten de zelfstandigheid van de vennoten op
te geven en de colleges van directie en commissarissen ook zo samen
te stellen dat een slagvaardig beleid gewaarborgd was. Met behulp van
bekwame adviseurs hebt U vervolgens Uw interne organisatie opge
bouwd, Uw concern verdeeld in winstcentra en zo bij een centrale lei
ding toch een gedecentraliseerde verantwoordelijkheid mogelijk ge
maakt.
Daarnaast hebt U Uw technische kennis ook in ver afgelegen delen van
onze aardbol ter beschikking gesteld. Ik herinner mij dat ik zo'n zes a
zeven jaar geleden eens door Australië reisde en op een uiterst afge
legen punt een werf bezocht. IHC was daar een begrip. U had nl. een
licentieovereenkomst met het bedrijf gesloten en toen ik het oordeel van
de directie vroeg, kreeg ik ten antwoord: "They have asked a damned
good price, but they have done a damned good job". Boven de con-
currentienijd prevaleerde op dat moment voor mij de nationale trots.
Mijnheer Smulders, ik doe niemand tekort als ik stel dat het in het bij
zonder Uw dynamisch leiderschap geweest is dat deze integratie en de
ze enorme uitbouw mogelijk heeft gemaakt. Het is ongetwijfeld een gro
te voldoening voor U dat nagenoeg bij Uw afscheid zulk een fraai com
plex als dit gereed komt. Dat Uw collega en opvolger, de heer Smit, zijn
schouders onder dit gereedkomen gezet heeft, betekent de continuïteit
die in Uw onderneming zo goed verzekerd is
Ik vind het bijzonder verheugend dat op deze wijze een stuk hoogwaar
dige werkgelegenheid in Nederland veilig gesteld wordt. Wij zien in toe
nemende mate dat men naast het ontvangen van een behoorlijke belo
ning als eis aan het werk stelt, dat men er voldoening in moet vinden.
Ik heb altijd de indruk gehad dat dat voor vele werknemers in de
scheepsbouw, meer dan in andere bedrijfstakken, het geval was. Ook
daarom juicht de regering het toe dat U de continuïteit van deze activi
teiten zo duidelijk veilig gesteld hebt.
Dit alles geeft mij meer dan voldoende reden Uw onderneming van har
te geluk te wensen met dit fraaie project. U hebt de rest van de
scheepsbouw een goed voorbeeld gegeven wat goede samenwerking
vermag.
Zoëven memoreerde ik terloops dat in 1966 het rapport van de Commis
sie Nederlandse Scheepsbouw verscheen. Het rapport heeft zijn eerste
lustrum alweer achter de rug. Wat is in deze 5 jaar de invloed van het
rapport geweest op het gebied van de samenwerking?
In de grote scheepsbouw is deze samenwerking voor een groot deel tot
stand gekomen door het ontstaan van het Rijn-Schelde-Verolme Con
cern. Het is genoegzaam bekend dat deze ontwikkeling zijn geheet
eigen achtergrond heeft.
In de sector van de middelgrote en kleine scheepswerven is enerzijds
in het noorden van het land een project voor gezamenlijke staalverwer
king onderhanden en zijn anderzijds enkele losse samenwerkingsvor
men van de grond gekomen die betrekking hebben op de orderverde
ling. Desondanks moet mij van het hart dat ik de indruk heb dat men
in deze laatste sector in het algemeen niet staat te popelen om de aan
bevolen samenwerking snel gestalte te geven. Daarom zie ik met be
langstelling uit naar de conclusies van het structuurrapport over de mid
delgrote en kleine werven dat aan het eind van dit jaar of in het begin
van volgend jaar verwacht mag worden. Daarbij zullen de aanbevelin
gen van het rapport van de Commissie Nederlandse Scheepsbouw on
getwijfeld mede een rol spelen. Dit rapport adviseerde immers de mid
delgrote werven tot samenwerking te komen op het gebied van de staal-
verwerking en de timmerfabrieken alsmede op het terrein van acquisitie
en inkoop. Toch vraag ik mij af of deze aanbevelingen voor de huidige
situatie nog wel toereikend zijn. Ik denk met name aan het feit, dat de
omzetten in de middelgrote en kleine scheepsbouw sindsdien enorm
zijn toegenomen tengevolge van de loon- en prijsstijgingen alsook de
toegenomen complicatiegraad van het afgeleverd produkt. Het eigen
vermogen van vele werven heeft geen gelijke tred gehouden met deze
ontwikkeling met alle risico's van dien. In deze optiek vormen fusies in
veie gevallen de enige oplossing, indien men althans een "koude sane
ring" wil vermijden. Bovendien is het noodzakelijk dat deze fusies
plaatsvinden onder gelijktijdige afstoting van capaciteit. Ik hoop dat hel
structuurrapport een stimulans zal zijn voor een ontwikkeling in de rich
ting van een rationele herstructurering. Het spreekt voor zich dat de
overheid naar vermogen wil bijdragen aan de herstructurering van de
Nederlandse scheepsbouw, maar initiatieven van de betrokken onder
nemingen blijven een eerste vereiste. De moeilijke periode die de Ne
derlandse scheepsbouw, en dat geldt met name voor de middelgrote et
kieine scheepswerven, momenteel doormaakt, leek mij enkele meei
ernstige opmerkingen te rechtvaardigen.
Koninklijke Hoogheid, Dames en Heren,
Hoe de naam Kinderdijk is ontstaan is velen onder U waarschijnlijk ml
bekend. Tijdens de St. Elisabethsvloed in 1421 zou hier een wieg zijt
aangespoeld met een baby erin. Vermeldenswaard is daarbij dat he:
kind in veiligheid zou zijn gebracht dankzij een kat die de wieg op de
golven in evenwicht hield.
Ik hoop van harte dat wij later zullen kunnen zeggen dat wij bij de
opening van dit nieuwe werfcomplex van IHC Smit Kinderdijk aan de
wieg hebben gestaan van een nieuwe, herboren Nederlandse scheeps
bouw. Ik kan mij voorstellen dat U nu enige filosofieën van mij ver
wacht over de identiteit van de kat en de rol die deze zou moeten spe
len ten aanzien van de Nederlandse scheepsbouw. Ik ben echter zo vrj
dit aan Uw eigen fantasie over te laten.
Afsluitend wil ik Uw concern van harte complimenteren met al hetgee:
hier tot stand is gekomen.
170