Hoofdgegevens Het schip heeft voldoende voorraad om gedurende drie maan den continu te kunnen werken en hierbij 2 boringen van 5000 m te verrichten. De temperatuurcondities waaronder het schip kan werken, variëren van -15 °C tot +22 °C. De romp heeft boven dien een ijsversterking. De hoofdafmetingen van het boorschip zijn: Waterverplaatsing ca. 16.000 ton Lengte over alies 149 m Breedte 21,35 m Hoogte, inclusief boortoren 62 m Totaal geïnstalleerd vermogen ca. 18.000 pk Snelheid 14 knopen Verplaatsing De voortstuwing geschiedt door middel van twee verstelbare schroeven. Het belangrijkste aspect in het ontwerp van het boor schip is de dynamic positioning (DP). DP is een systeem, waar door, zonder gebruikmaking van ankers, het vaartuig op de voor af vastgestelde plaats kan blijven liggen. Bij de Havdrill bestaat het DP systeem uit twee verstelbare voort- stuwingsschroeven en een vijftal dwarsscheeps geplaatste schroeven in tunnels (thrusters), waarvan er drie in het voorschip en twee in het achterschip zijn geplaatst. De schroeven, die voortdurend draaien, krijgen hun commando's van computers die achter het stuurhuis in een speciale kamer zijn geplaatst. Zodra het schip wil afdrijven, wordt dit voorkomen doordat met behulp van een akoestisch meetsysteem en een speciaal ont wikkeld regelsysteem de computers "bevelen" geven aan de verstelbare schroeven. Alle schroeven worden aangedreven door elektromotoren. De boortoren is nagenoeg in het midden van de scheepslengte geplaatst. Om de boortoren heen zijn alle uitrus- Bloemen werden de doop- vrouwe aangeboden door Titia Smulders en door Trudy van Dijk Jeg doper deg "Havdrill" tingen voor het boren gegroepeerd. Daarbij behoort onder an dere een duikerklok, die via een aparte schacht midscheeps tot ca. 300 m waterdiepte kan worden gevierd. Verdere automatische handelingen Op het achterdek bevindt zich een "vertical pipe racking sys tem", dat de boorpijpen naar de boortoren voert. De aanvoer van de "casings" (stalen mantels om het instorten van het boor gat te voorkomen) geschiedt met speciale kranen vanuit de ruimen naar het voordek. Op de boorvloer is een boormeesterscabine geplaatst, die ge heel gesloten en airconditioned is. De cabine is draaibaar opge steld en geeft door de verwarmde ruiten een goed overzicht op de boorvloer. Vanuit deze cabine kunnen alle boorhandelingen rechtstreeks of door monitors gecontroleerd worden. Dit geldt ook voor het dynamic positioning systeem. Een tweetal deining-compensatiesystemen, die ook door IHC Gusto ontwikkeld zijn, zullen op en bij de boortoren geplaatst worden. Deze systemen zorgen ervoor dat zowel de boorstang als de riser op hun plaats blijven, ondanks de verticale deining van het schip. De twee dekkranen, 1 van 40 ton op het voorschip en 1 van 25 ton op het achterschip, zorgen ervoor dat het schip zelfstandig kan laden en lossen. De gehele energievoorziening is in het achterschip geplaatst. Deze bestaat hoofdzakelijk uit 5 diesel generator sets van 3400 pk met bijbehorende schakelapparatuur, die de energie voor het hele schip opwekken. De elektrische centrale is geautomatiseerd en wordt bediend vanuit een con trolekamer, die achter de hoofdmotoren is geplaatst. Op het voorschip zijn de bemanningsverblijven gesitueerd, die een comfortabele ruimte bieden aan 80 personen. De brandstof voor het schip wordt ondergebracht in de dubbele bodem en in de zijtanks, die over de gehele hoogte en lengte van het schip doorlopen. Deze zijtanks vormen als het ware een dubbele huid, zodat de gevolgen van ongelukken bij aanvaringen tot een mini mum beperkt kunnen blijven. Om dezelfde reden is ook een dubbele huidconstructie rondom het boorgat aangebracht. Op het achterschip is een helicopterdek aangebracht. Het boorschip zal deze zomer aan de eigenaars worden overge dragen. Wij hopen daarna een uitvoerig verslag over het werken met een boorschip te geven. De "Havdrill" glijdt haar element tegemoet <i:r- 27

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1973 | | pagina 3