PROEFSTAND
SMIT-BOLNES
MOTOREN
Door de recente publicaties en vooral ook door de demonstraties
van de nieuwe ontwikkelingen in de Smit-Bolnes motor kwam
ook de proefstand in de belangstelling.
Van diverse zijden werd namelijk de vraag gesteld wat men nu
eigenlijk op de proefstand doet.
Het lijkt ons daarom nuttig om dit hier in het algemeen nog eens
uit te leggen.
Welnu, wanneer een motor geheel gemonteerd is, zal deze
in de eerste plaats moeten draaien om diverse delen zoals o.a.
zuigerveren met voeringen en krukas met lagers op elkaar te
laten inlopen.
De zuigerveren hebben hiervoor zelfs een weinig tapse vorm om
zo snel mogelijk een ingelopen loopvlak te krijgen dat een goede
afdichting geeft.
Bij dit indraaien kan de motor niet direct met de volle belasting
draaien, zodat een bepaald indraaiprogramma is vastgesteld
waarbij de motor draait met diverse belastingen en toerentallen.
Tijdens het indraaien zal uiteraard ook moeten blijken dat alles
werkt zoals het hoort te werken. Verder zullen ook diverse
drukken en temperaturen van spoellucht en uitlaatgassen e.d.
binnen gestelde grenzen moeten blijven.
Hiervoor worden reeds tijdens het indraaiprogramma bij bepaal
de belastingen metingen gedaan. Zodra de belastingstoestand
van 75% van het volle vermogen is bereikt, worden temperaturen
van de uitlaatgassen van elke cilinder aan elkaar gelijk gemaakt.
Hetzelfde gebeurt met de verbrandingsdrukken.
Dit doet men door resp. het nastellen van de heugels van de
brandstofpompen en het aanpassen van de vullingen onder de
brandstofpompen. Hiermee wordt de duur en het tijdstip van de
brandstofinspuiting gecorrigeerd.
Deze correctie wordt indien nodig herhaald bij het bereiken van
de 100% belastingstoestand.
Daarna wordt gedurende bepaalde tijd ook nog met 10% over
belasting gedraaid.
Het behoeft geen betoog, dat bij een motor waarbij voor het eerst
nieuwe ontwikkelingen zijn toegepast, een uitgebreider beproe
vingsprogramma wordt uitgevoerd dan bij een motor uit een be
staande serie.
Moet de desbetreffende motor worden uitgevoerd met afstands
bediening en beveiligingsapparatuur, dan zal ook deze appara
tuur voorzover mogelijk worden aangesloten en getest.
Zijn alle tests op de proefstand bevredigend verlopen, dan wordt
een definitief beproevingsprogramma afgewerkt, uitgaande van
de verschillende belastingstoestanden die zijn aangepast aan de
uiteindelijke bestemming van de motor.
Voor een motor die een vaste scheepsschroef moet aandrijven
zal een ander beproevingsprogramma worden afgewerkt dan voor
een motor die bijv. een zandpomp of een scheepsschroef met
verstelbare bladen zal aandrijven.
De meetresultaten uit dit beproevingsprogramma dienen name
lijk als vergelijkingsmateriaal nadat de motor in bedrijf gesteld
is, zodat aan de hand hiervan regelmatig gecontroleerd kan wor
den of alles nog in orde is.
Voordat de motor afgeleverd kan worden, moet deze nog worden
getoond aan de rederij, de werf en de keuringsinstanties.
Bij deze gelegenheid worden enkele onderdelen van het eerder
genoemde beproevingsprogramma afgewerkt. Na afloop worden,
in overleg, diverse belangrijke delen zoals cilinderdeksel, zuiger,
kruishoofd en lagers van een of twee cilinders gedemonteerd,
om te controleren of deze delen zich tot tevredenheid hebben
gedragen.
Rest ons om iets te vertellen over de wijze waarop het door de
motor geleverde vermogen wordt afgenomen en gemeten.
Hiertoe wordt de motor op de proefstand gekoppeld aan een zo
genaamde waterrem. Deze waterrem is opgebouwd uit een ge
deelte (as met waaier) dat kan roteren in een huis, dat gelagerd
is in een stoel.
Is het huis leeg, dan kan de rotor, die gekoppeld is aan de kruk
as van de motor, vrijwel zonder weerstand in het huis draaien.
Wanneer water in het huis wordt toegevoerd, tracht de draaien
de, van schoepen voorziene, rotor het huis, dat aan de binnen
zijde eveneens schoepen heeft, mee te nemen in de draaiende
beweging.
Dit wordt echter voorkomen, doordat op een aan de buitenzijde
van het huis gemonteerde arm een kracht in tegengestelde rich
ting wordt uitgeoefend. Deze kracht wordt geleverd door een
weegschaal waarop het einde van de arm rust. De grootte van
die kracht is op een schaal direct afleesbaar en is maatgevend
voor het afgenomen vermogen. Met een eenvoudige formule
waarin opgenomen het toerental van de motor en de armlengte
van de waterrem wordt de kracht omgerekend in vermogen. Wan
neer meer water in de rem wordt toegevoerd zal het effect van
de rotor op het huis toenemen waardoor de kracht en dus het
afgenomen vermogen groter wordt. Dit aan de waterrem afgege
ven vermogen wordt het effectieve vermogen genoemd en men
spreekt van EPK (effectieve PK) of Rem PK.
Het door de motor geleverde vermogen wordt in de waterrem in
warmte omgezet. Hierdoor stijgt de temperatuur van het water,
zodat regelmatig koud water aan de rem moet worden toe
gevoerd. Het verwarmde water verlaat de rem aan de onderzijde.
Bij Smit Bolnes gebruikt men het water uit de omliggende slo
ten. Vooral 's winters is aan het dampende water in deze sloten
duidelijk te zien wanneer een motor staat proef te draaien.
Hoewel er uiteraard nog wel vragen zullen overblijven hopen wij
toch een duidelijke indruk te hebben gegeven van deze tak uit
ons bedrijf.
78