I IB MiE-r WEGGOOI Of toen de manoeuvreerproeven zijn doorgegaan weet ik niet, bij mij ging het avondeten voor. Een enorme lap (tamelijk taai) vlees, lekkere gebakken aardappeltjes en groente. Na het eten gingen de heren die verantwoordelijk waren voor de proefvaart in vergadering. Er werd besloten 's avonds om half elf nog en kele proeven af te werken. Dat vond ik niet plezierig, want dan zouden we vast niet op de afgesproken tijd - rondom midder nacht - weer aan wal zijn. De kapitein nam contact op via de VHF met Dirkzwager en daar vroegen ze hem hoe laat hij dacht bij de Hoek te zijn. Hij dacht, dat het niet voor half drie zou zijn. Na veel heen en weer gepraat en diverse beslissingen, al of niet de Wilhelminakade, naar een boei, testen wel doorgaan of niet doorgaan, werd besloten snel terug te varen. De Wilhelminakade kon ons ontvangen, mits we De „Pétrel" voor de werf van Scott Lithgow, waar drie IHC dp boorschepen in licentie worden gebouwd. „Verboden te meren"? Ze bekijken het maar! Er moeten mensen af! vóór half twee zouden afmeren. Dat gebeurde met twee sleep boten, een vreemd gezicht als je weet hoe manoeuvreerbaar de Pétrel is! Het van boord gaan ging niet vlot zo zonder gangway. Het zag er naar uit, dat ie nog nooit uit geweest was. De mensen die 'm moesten uitbrengen hadden er althans een heel karwei aan. De gasten die van boord moesten hebben minstens een half uur in de koude vriesnacht staan trappelen van ongeduld en koude voeten. Tegen vier uur was ik thuis. Een werkdag van 23 uur was het geworden. Ik was niet meer helemaal fit en schreef op mijn slaapkamerdeur: „Wek me maar niet, ik word vanzelf wel wak ker!" Na twee weken „uit", kan „weer thuis" worden vastgemaakt. Het zit er op. De proefvaart van de „Pétrel" is ondanks wat tegenslagen goed verlopen en daarom wil de klant het schip toch wel houden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1976 | | pagina 5