D
VERGADER
op 11 februari 1976
Deze vergadering wordt ook bijgewoond door de heren M. G.
de Bruin en R. H. van Nierop - beiden lid van de raad van com
missarissen - en de heren D. Boterenbrood en B. Schuil van de
raad van bestuur.
De nog op te richten commissie die de mogelijkheden zal onder
zoeken van Overheidssteun aan de scheepsbouw vormt eerst
onderwerp van bespreking. De voorzitter meent dat nog niet
precies vast staat wat de taken en de doelstellingen van de
commissie zullen zijn. De heer Schuil voegt hieraan toe, dat de
commissie zijn eigen kader moet vormen en zijn eigen voor
waarden moet stellen. Op een desbetreffende vraag zegt de
voorzitter dat er geen garantie is, dat IHC in de commissie een
zetel krijgt. Enkele leden vinden het belangrijk dat IHC blijk
geeft van zijn bereidheid om een stuk zelfstandigheid op te offe
ren in verband met het zeker stellen van de werkgelegenheid.
De voorzitter merkt op, dat het niet verstandig zou zijn voor
waarden die nog niet bekend zijn bij voorbaat in te willigen. Dat
betekent verlies van onderhandelingspositie. Wanneer het nood
zakelijk zou zijn om aan bepaalde voorwaarden te voldoen om
het voortbestaan van IHC te continueren, zullen die in principe
niet worden afgewezen. IHC heeft in de Nederlandse scheeps
bouw een sterke positie door de specialisatie.
Aan de hand van de bezettingsoverzichten geeft de voorzitter
een toelichting op de orderportefeuille. Tijdens de discussies
deelt hij mede, dat het niet de bedoeling is een gecombineerde
interne engineering op te zetten. De „know-how" van Smit En
gineering blijft gericht op „bagger". De heer Boterenbrood geeft
wat nadere informatie over de verwezenlijking van „Bagger
Groot". Er zijn geen nieuwe aspecten. De plaatselijke OR-en
zijn geheel op de hoogte. De centralisatie van de ontwerpfunc-
tie in Kinderdijk zal langzamerhand worden uitgevoerd. Ten
aanzien van het verdelen van de orders zal IHC Verschure zeker
niet worden vergeten. Er kunnen zich echter factoren voordoen,
zoals de voorkeur van de klant, die de verdeling beïnvloeden.
Uit de vergadering wordt de aandacht van de raad van bestuur
gevraagd voor een centraal verkoopbeleid voor bagger en off
shore. De heer Boterenbrood meent, dat tussen de verkoopsta
ven van beide divisies een intensief contact bestaat. De coör
dinatie door de raad van bestuur staat borg voor hetgeen be
reikt moet worden.
De COR commissie die is ingesteld ter begeleiding van de pro
blematiek rondom Smit Bolnes is sinds kort van informatie
voorzien. Er is nog niet voldoende tijd en gelegenheid geweest
om al advies aan de COR uit te brengen. De commissie is van
mening dat de resultaten van de onderhandelingen met een
buitenlandse partner in alle rust dienen te worden afgewacht.
De commissie behoudt zich alle rechten voor een onderzoek in
te stellen naar wegen welke leiden tot andere alternatieven. De
heer Boterenbrood stelt dat IHC op aanvragen die binnenkomen
serieus ingaat.
Uitgebreid wordt gesproken over de werkwijze van de COR ad
viescommissie. Nieuw overleg zal op korte termijn plaatsvinden.
Aan het begin van de behandeling van het agendapunt Staubo II
geeft de heer Schuil een toelichting op de recente ontwikke
lingen op offshore gebied. Medio 1974 was er een piek, die
leidde tot het plaatsen van een groot aantal opdrachten bij
scheepswerven over de hele wereld. Tot begin 1975 ging alles
goed. Toen kwam de ommekeer, vooral in de tankermarkt. Deze
terugslag trof ook de tankerreder Staubo, die een olieboor-
maatschappij had opgericht en daarvoor bij IHC twee boorsche-
pen bestelde. Met name met Staubo II dreigt IHC nu de dupe
te worden van de moeilijkheden waarin Staubo verkeert. Uit
voerig wordt van gedachten gewisseld over dit moeilijke onder
werp. Er zitten vele haken en ogen aan. Samenvattend kan wor
den gesteld, dat de raad van bestuur streeft naar de mogelijk
heid om de Staubo II af te bouwen voor zover dat in haar
vermogen ligt. Gezien het precaire karakter van het onderwerp
verzoekt de raad van bestuur een ieder binnen de IHC zich te
onthouden van veronderstellingen en bespiegelingen die een en
ander ongunstig zouden kunnen beïnvloeden.
Proefvaartregeling: de hiervoor ingestelde commissie zal in de
volgende vergadering met een definitief advies komen. Even
eens in de volgende vergadering zal aan de orde komen het
concept van het verslag van de reglementscommissie.
Teneinde de COR op de hoogte te kunnen houden over de
meest recente ontwikkelingen o.a. met betrekking tot Smit
Bolnes en Staubo wordt de volgende COR vergadering vastge
steld op 4 maart a.s. te Rotterdam.
De voorzitter
De secretaris
37